Ebbe Isaaksz Spilt
Ebbe Isaaksz Spilt,
geb. op 12-04-1722 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 12-04-1722 te Huijsen,
ovl. op 06-02-1800 te Huizen; In leven Oud Buurmr,
begr. op 06-02-1800 te Huizen; Impost: 30,-; Grafnr. 88,
, -
EBBE IJSAACKSZ SPILT
Huizen Koptienden (1744-22 1803-39):
1743-22: v.Kinders v. IJsaak Willemsz Spilt 1 Spt 4 cop
t/m 1746-22: Situatie: 1 Spt 4 cop
- Verkregen van onbekende(n) 1 Spt 2 cop 1/4
1747-22 t/m 1749-22: Situatie: 2 Spt 6 cop 1/4
- WAARSCHIJNLIJK:
- v. Isaack Willemse Spilt 15 Spt 4 cop 5/16
- Situatie: 18 Spt 2 cop 9/16
- Verkregen van onbekende 7 cop 1/2
1750-22: Situatie: 19 Spt 2 cop 1/16
1750-39: v. Jacob Cornelisz Killewig 1 kop
1751-21: v. Willem Dircksz den Ouden 3/8
- v. Jacob Hendricksz Snijder 2 kop 1/8
- v. Jan Lambertsz Prins den Ouden 2 kop 1/4
- v. Jan Lambertsz Prins de Jonge 1 kop 1/4
- Situatie: 20 Spt 1 kop 1/16
1754-22: v. Jan Aardse Vos 1 kop
- Situatie: 20 Spt 2 kop 1/16
1759-22: v. Gijsbert Jacob Dircksz 7 kop
- Situatie: 21 Spt 1 kop 1/16
1761-22: v. Cornelis Jacobsz Killewig 5 kop
- Situatie: 21 Spt 6 kop 1/16
1771-23: op Gerrit Roelen Distelblom te Laren 1 kop
- Situatie: 21 Spt 5 kop 1/16
1774-23: v. Aard Claasz Kruijmert 1 Spt 1 kop 1/4
- Situatie: 22 Spt 6 kop 3/8
1776-23: v. Jan Gozenze Jongerden 6 kop 5/8
1777-23: Situatie: 23 Spt 5 kop
1778-23: v. Gerrit Duurkant 1 Spt 2 kop
- Situatie: 24 Spt 7 kop
1791-39:koop v. Wed. Jacob Will: Steur 2 Spt 2 kop
- Situatie: 27 Spt 1 kop
1792-39: op Petrus Mewisz Kooij 3 kop
- Situatie: 26 Spt 6 kop
1795-39:op Jan Willemsz Kajer 1 Spt 2 kop
- op Ebbe Rijn 5 kop
- Situatie: 24 Spt 7 kop
1800-39: bij erfenis op
- op Pieter Dirksen Rijn 1 Spt 7 kop
- op Ebbe Dirksen Rijn 1 Spt 4 kop 1/2
- Situatie: 21 Spt 3 kop 1/2
1803-39: afzetten op de volgende 16personen:
- op Dirk Meeuwis Kooij 2 Spt 1 kop
- op Wed. Willem Voorthuijsen 7 Spt 4 kop
- op Petrus Meeuwisz Kooij 1 Spt
- op Erve Dirk Kooij Willemsz 1 Spt 6 kop
- op Antonij Adrianusz Kooij 5 kop 1/2
- op Jannetje Adrianus Kooij 6 kop
- op Antonia Adrianus Kooij 3 kop
- op Hendrik Cornelis Rebel 2 kop
- op Hendrik en Jacob Cornelisz Rebel 3 kop
- op Hendrik Vos en Pieter Reijn 2 kop
- op Kinderen Ebbe Lambertsz Kooij 24 kop
- op Jacob Sas; Oud Loosdregt 7 kop
- op Theodorus Schonk, Naarden 2 kop
- op Fredrik Wiggant, Naarden 6 kop
- op Rijk de Graaf, Naarden 4 kop
- op Jan Jacob Steur, Bussum 8 kop
- Dit was alles onder Huijsen: 21 Spt 3 kop
- Onder Naarden:
- op Theodorus Schonk, Naarden 2 kop
- op Jacob Sas, Huijsen 6 kop
- op Wed. Andries Brummel, Huijsen 6 kop
- Dit was onder Naarden: 1 Spt 4 kop
-
ORA-184-3218A052; 19-09-1727: IJsak Willemsz Spilt weduwenaar van wijlen Aaltje Ebbe Koij ter eenre, ende ter andere sijde Willem Ebbe Koij en Lambert Ebbe Koij als voogden over de vijff (5) minderjarige nagelaten kinderen met naame Willem,
Lambert, Gerritje, Maria en Ebbe IJsaksz Spilt, zijn overeengekomen: f 3.000 en opvoeding
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 21-01-1750: Ebbe Spilt met Geertruij van Vliet wegens de bruijdegom: f 30,-
-
Huizen-DTB-3B-Trouwen; 15-03-1750: Getroud met een betoog van Amsterdam Ebbe Spilt, Jongman van Huijsen met Geertruij van der Vliet, jongedogter van Amsterdam
-
Naarden-OAH-001; Folio 263-265; 30-12-1750: Benevens Cornelis Killewigh licentiehouder van het veer van Huijsen op Amsterdam
-
ORA-184-3179; 03-11-1752: Tot voogden over de 3 minderjarige kinderen genaamt Barend Teunisz, Joost Teunisz en Annetje Teunis van wijlen Teunis Barentsz en Marritje Joosten (Vree), gestelt Rut Pietersz Koeman en Ebbe Spilt
-
ORA-184-3220; 12-02-1753: Ebbe (IJsaksz) Spilt woonagtig binnen dese dorpe is een soon en universele erfgenaam van IJsak (Willemsz) Spilt, in leven Impostmr. gewoond hebbende alhier; verder geen andere kinderen in leeven gevonden
-
ORA-184-3180; 16-12-1683: Ebbe Spilt en Dirk Boor gesteld als voogden over de 7 minderj. nagelaten kinderen van wijlen Jutje (Willems) de Oude in huwelijk verwekt door Dirk Ebben Rijn, genaamt Ebbe, Willem, Cornelis, Lambertje, Pieter, Rutje en
Aaltje Dirksz Rijn
-
ORA-184-3180; 14-06-1771: Tot voogden over de 6 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Dirk Ebben Rijn verwekt aan Jutje Willems de Oude, genaamt Ebbe, Willem, Cornelis, Pieter, Rutje en Aaltje Dirks Rijn tot voogden gesteld Ebbe Spilt en
Dirk Kooij Willemsz, hun belangen ten aansien van de gemeenen boedel van voorn: Dirk Ebben Rijn en sijne nagelaten weduwe Lijsje Jans van Vliet
-
ORA-184-3180; 21-07-1772: Tot voogden over Aaltje Houthuijsen nagelaten minderj. kind van wijlen Jannetje (Jans) Prins verwekt door Albert Houthuijsen gesteld Ebbe (Ijsaacksz) Spilt en Ebbe (Claesz) Kooij de Oude
-
ORA-184-3222-A144; 26-06-1795: Verklaring. Ebbe (IJsaksz) Spilt (72 jaar) en Jacob Willemsz Vos (74 jaar), beijde gebooren en woonagtig binnen Huijsen, verklaren dat zij lieden zeer wel hebben gekend:
- Oetje Lamberts Zomer en Jan Lambertsz Zomer, dan dat zij lieden zijn ontwaar geworden, dat op het doopboek binnen deeze dorpe toen Oetje op den 20-04-1687 alhier is gedoopt, deszelfs vader aldaar staat met de naam van Lambert Jansz
Schoenmaker 't welk denkelijk deszelfs bijnaam zal geweest zijn.
en bij het doopen van Jan op den 02-10-1689 is deszelfs vaders naam gevonden te zijn Lambert Jansz 't welk bij verkorting zal zijn geschied in plaatsen van Lambert Jansz Zomer, dog in beijde gevallen is hun moeders naam Eijbe Jans gevonden.
- Dat Gerritje Lambertsze Zomer zijnde een zuster van gemelde Oetje en Jan Lambertsz Zomer op den 29-09-1720 binnen deeze dorpe is getrouwd met Theodoris Hendrikze, dat op den 02-02-1721 alhier is gedoopt Wesseltijen van Theodorus Hendriksz en
Gerritje Lamberts Zomer,
- dat op 't trouwboek alhier in dato 02-04-1747 gevonden werd getrouwd te zijn Gerrit Gerberts met Wesseltijen Doorn, 't welk zekelijk Wesseltijen Theodorus had moeten zijn
- op den 18-08-1748 op het doopboek gedoopt Gerbert van Gerrit Gerbertsz en Wesseltje Doris bij verkorting van Theodorisz, en
- op den 07-04-1754 dat alhier gedoopt is Mijns van Gerrit Gerbertsz Bakker en Wesseltje Doornijes zekerlijk ook in de plaatse van Wesseltje Theodorisz
- Voorts dat Jan Lambertsz (of wel Jan Lambertsz Zomer) op den 22-05-1718 is getrouwd met Grietje Jansz. dat op den 03-10-1729 alhier op 't doopboek gevonden werd gedoopt te zijn Jannetje van Lambert Schoen en Grietje Jansz en op 01-02-1733
gedoopt Lambertje van Jan Lambertsz Schoe en Grietje Jansz welke bijde voorn: naamen van de vader als Lambert Schoen en Jan Lambertsz Schoe zeekerlijk door de toen alhier zijnde schoolmeester abusievelijk zijn geboekt of ook om reeden dezelve
in de wandeling schoen of schoe genaamt wierd en hadden op beijde plaatsen behooren gesteld te zijn met de naam van Jan Lambertsz Zomer, door dien zijn vrouws naam Grietje Jans in beijde gevallen wel is gesteld gevonden.
- Dat de voorn: Gerbert Gerritsz en Mijns Gerritsz Bakker, welkers ouders bereids overleeden zijn, alhier woonagtig en in leeven zijn.
- Als meede dat voorn: Jannetje en Lambertje (Jansz) Zomer, welkers ouders ook bereids overleeden zijn, alhier woonagtig en in leeven zijn.
- En dus te zaamen de eenige geregtigden zijn tot het Legaat van f 2.000 door Lambert (Cornelisz) Visser gemaakt aan de naaste vrienden van zijne moeder Oetje Lamberts Zomer, welke een zuster is geweest van de bovengemelde Gerritje en Jan
Lambertsze Zomer.
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 06-02-1800: Ebbe Spilt: f 30,-
-
Huizen-DTB-8-Grafboek; 06-02-1800: Ebbe Spilt (in leven oude buurmr.) f 30,-; Grafnr. 88.- Vader:
Isaak Willemsz Spilt, zn. van Willem IJsaacksz Spilt en Gerritje Jans ,
geb. op 04-06-1690 te Bussum; Koptienden Huizen Eerste: 1712-43,
ged. Gereformeerde Gemeente op 04-06-1690 te Naarden,
ovl. op 02-10-1749 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1750-39,
begr. op 02-10-1749 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 30,-,
, -
ISACK / ISAAK WILLEMSZ SPILT
Huizen Koptienden (1712-43 1750-39):
1712-43: v. Lambert Ceelweigh Schout 3 cop 3/4
- v. Dirck Anxsz 3 cop 3/4
- Situatie: 0 Spt 7 cop 1/2
1713-43: v. Elbert Jacobsz Smit 2 cop
- v. Ebbetijen Gerrits 6 cop 1/2
Situatie: 2 Spt
1715-39: v. Claes Jansz Swart 1 Spt 6 cop 3/4
- Situatie: 3 Spt 6 cop 3/4
1717-39: v. Lambert Jansz Werwer 5 cop
- v. Gerrit Hendricksz Boom 3 cop 1/2
- v. Harmen Jacob Wijchertsz 1 Spt 3 cop 3/8
- Situatie: 6 Spt 2 cop 5/8
1719-39: v. Lubbert Jacobsz 2 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 5 cop 3/8
1720-39: Moet wesen 6 Spt 5 cop 3/4
1722-39: op Gerrit Hendricksz Visser 1 Spt 7 cop
- op Aart Gerritsz Coppen 4 cop
- v. Lambert Killewig 4 cop 7/8
- v. Hendrick Goossen Net 2 cop 7/8
- Situatie: 5 Spt 2 cop 1/2
1723-39: ER STAAT: 5 Spt 5 cop 1/2
- op Roel Lambertsz Verwer 3 cop 3/4
- op Gerrit Jacobsz Snijder IN COMPAGNIE 3 cop 1/8
- met IJsaack Willemsz Spilt
- Situatie: 4 Spt 6 cop 5/8
1724-39: v. Claes Gijsbertsz Bout 2 cop 1/8
- Situatie: 5 Spt 0 cop 3/4
1725-39: Hierbij de post van Gemelte Spilt
- van Folio 48 onder Blaarcom staande
- van Cillewigh boedel 4 cop 3/8
- Situatie: 5 Spt 5 cop 1/8
1727-31: v. Gerrit Tijmensz Doorn 3 cop 1/8
1728-39: Situatie: 6 Spt 0 cop 1/4
- Hierbij de post op naam van
- Isaack Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder
- in compagnie Folio 37 7 cop 5/8
- Situatie: 6 Spt 7 cop 7/8
- Verkregen van onbekende 2 cop
1734-39: Situatie: 7 Spt 1 cop 7/8
- v. Jacob Lubbertsz Baas 1 cop 5/8
- Situatie: 7 Spt 3 cop 1/2
1737-24: v. Gerrit Swanen Vos 1 cop 7/8
- Situatie: 7 Spt 5 cop 3/8
- Verkregen van onbekende(n) 6 cop 1/2
1738-39: Situatie: 8 Spt 3 cop 7/8
- v. Jacob Wijchertsz Backer 1 cop 1/2
- v. Kind: Gerrit Hendricksz Boom 1 Spt
- v. Jan Jansz Boer 1 cop
- Situatie: 9 Spt 6 cop 3/8
1739-39: v. Gijsbert Jacobsz Dirxs 2 kop
- Situatie: 10 Spt 0 cop 3/8
1740-39: v. Rijck Hendricksz 1 Spt 0 cop 1/2
- v. Hendrick Goossensz Net 0 cop 3/8
- v. Aard Cornelis aards 2 kop
- Situatie: 11 Spt 3 kop 5/8
1741-39: v. Wed.v.Gerrit Ploos van Amstel 6 cop 1/4
- v. Aart Cornelis Aards 1 cop
- v. Cornelis Gerbertsz Rebel 1 cop 1/2
- Situatie: 12 Spt 4 cop 3/8
1742-39: ER STAAT: 12 Spt 4 cop
- v. Jacob Harmensz Schram 1 cop 1/2
t/m 1743-39: Situatie: 12 Spt 5 cop 1/2
1743-39: v. Paulus Mattijs Tiedeman 1 cop
- in comp.met Boudewijn Ploos van Amstel
- en Jacob Celewig en IJsaak Will:Spilt
1744-39: Situatie: 12 Spt 6 kop 1/2
- Verkregen van onbekende 3 cop
1746-39 t/m 1747-39: Situatie: 13 Spt 1 cop 1/2
- Verkregen van onbekende(n) 2 Spt 0 cop 5/8
1748-39: Situatie: 15 Spt 2 cop 1/8
- Verkregen van onbekende 2 cop 1/16
1749-39: Situatie:15 Spt 4 cop 5/16
1750-39: WAARSCHIJNLIJK:
- op Ebben Isaaksen Spild 15 Spt 4 cop 5/16
-
IJSAAK WILLEMSZ SPILT en GERRIT JACOBSZ SNIJDER IN COMPAGNIE
Huizen Koptienden (1723-37 1728-37):
1723-37: v. Hendrick Goossen Net 1 cop 1/2
- v. Dirck Pietersz Faassen 3 cop 5/8
- v. Gerbert Willemsz 4 cop 1/2
- v. Isaak (Willemsz) Spilt 3 cop 1/8
Situatie: 1 Spt 4 cop 3/4
1724-37: v. Claes Willemsz Boer 5 cop 5/8
- Situatie: 2 Spt 2 cop 3/8
1725-37: op Aart Tiedeman 3 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop 3/8
1728-37: op Gerrit Jacobsz Snijder 7 cop 3/4
- op IJsaack Willemsz Spilt 7 cop 5/8
-
ISAAK WILLEMSZ SPILT
Blaricum Koptienden (1724-48):
1724-48: v. Lambert Killewigh 4 kop 3/8
1725-39: op Isaak Willems Spilt Huijserboeck 4 kop 3/8
-
Naarden-Dopen-NH; 04-06-1690: Isaac, V: Willem Isaacksz, M: Gerritje Jans
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-102: op den 2 sebtemb: doen sterft van Isack Willemsz Split een veers die op Emenes geweijt was, en hij begraaft deselve aen de noortsij van sijn Huijs
-
ORA-184-3177; 28-06-1715: Tot voogden werden gestelt over het weeskind van Claes Lambertsz Koppen verwekt uijt Lijsbet Elberts Perk: Elbert Jansz Perk tot Bussum en Isak Willemsz Spilt
-
ONA-3728A021; 16-10-1715: Huijbert Dirksen (59 jr) en Willem Dirksen (58 jr) gewesen ouderling, Jan Willemsz Jonker (55 jr), Lambert Evertsz d'Oude (48 jr), mitsgaders Jan Claasz/Jan klaasen dircksen (42 jr) alle wonende binnen Huijsen
verklaarden wel te weten dat het getal van de Mannen ledematen die stemmen moeten op de beroeping van een predikant bestaat uijt ontrent 130 personen. Bij meerderheid van stemmen:
- de eerste beroepinge Domine Nellenis proponent tot WestSanen (43 van de 130)
- de tweede beroeping Do. Sererike? proponent tot Amsterdam (24 van de 130)
- de derde beroeping Do. Bauda proponent tot Rotterdam (28 van de 130)
- de vierde beroeping Do. Schul predikant to Driehuijsen (53 van de 130)
Getuigen: Ysaacq Willemsz Spilt en Hendrik Jansz Visscher
-
ORA-184-3177; 13-12-1715: Over de nagelaten kinderen van Gerrit Hendricksz Snijder geteelt bij Elbertje Tijmensz werden tot voogden gestelt Ysack Willemsz Spil en Gerrit Jacobsz Snijder
-
ONA-3730A072; 20-03-1720: Verklaring van Kornelis Killewig oud-buijrmr en Lucas de Swart oud schepen des dorps Huijzen op verzoek van Gerrit Schaap mede oud Buijrmr des Dorps, dat sij comparanten als voogden van de voorn: Schaap, hem in 1713,
toen Schaap meerderjarig werd, een schepenkennisse hebben overhandigd ten laste van Willem Pietersz de Wit gepasseert 05-07-1705 ter grootte van f 2800,- Gepassert binnen Naarden ter presentie van Ysak Willemsz Spilt en Gerrit Sas
-
ORA-184-3177; 06-03-1721: In plaatse van wijlen Elbert Perk welke tot zijn overlijden nevens IJsak Willemsz Spilt voogd is geweest over de kinderen van Claas Lambert Martsz wert gestelt Gerrit Jacobsz
-
ORA-184-3177; 05-06-1722: Aan de Ed: Agtbare Geregte des dorps Huijzen Geven met behoorlijk respect te kennen de onderges crediteuren van Lambert Killewig, dat de gem: Killewig zig uijt desen dorpe Huijsen, met sijn vrouw, en huijsgezin heeft
geritereert, met hem nemende genoegsaam alle zijne doederen, en is gaan wonen binnen de Stad Vianen en dewijle denselve Killewig zig heeft gedeclareerd sijn boedel en goederen die door hem nog zijn overgelaten ten behoeve van zijn crediteuren
te abandonneren, en dat het oversulx van de uijtterste noodsaekelijkheijt zal zijn dat imand werde gequalificeert tot redding van de voorz overgelaten goederen met magt omme dezelve re gelde te maken, soo keeren de Supplianten henlieden tot Uw
Ed Agtb: versoekende dat Uw Ed: Agtb tot het geene voorz is, gelieve aan te stellen Jacob Tijmensz, Ysaak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder met de magt om de de onroerende goederen soo van huijzen, Landerijen, Lijffpagt, mitsgaders de verdere
goederen te verkopen, transporterenende over te dragen, en de vorderlijke inschulden te ontfangen, en daar van quitantie te geven, en voorts met sodanige magt als deselve ter verrigtinge en uijtvoeringe van de voorz Commissie sullen nodig
hebben, en haar daar van te verlenen acte in forma (onderstont) dit doende @ (was getekent enz.; alle namen van de crediteuren
-
ORA-184-3198A284; 20-11-1722: Poulus Tiedeman, Jacob Tijmensz en IJsak Willemsz Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder alle aangesteld als curateurs van de solvente boedel van Lambert Killewigh volgens de acte van 05-06-1722, verkochten aan Gijsbert
Tijmensz eerstelijk 1 / schepel land gelegen boven in het Langeweijn belendende Jannetje Wit ten zuiden en Dirk Pietersz te noorden alsmede 5 schepel land genaamd Brouwer gelegen aan de Laarderweg belendende Jacob Wijchertsz ten oosten voor f
261:10:-
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 07-07-1723: aangenomen op Belijdenis: Isaak Willemsz Spilt (Burgem.)
-
ORA-184-3177; 16-06-1724: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Cornelis Aartsz gestelt Claas Jacobsz Schram, Jacob Killewig en Ysak Willemsz Spilt
-
ORA-184-3178; 19-09-1727: Tot voogden over de nagelaten minderjarige kinderen van Aaltje Ebbe Koij, in Leven Huijsvrouw van IJsak Willemsz Spilt, werden gestelt Willem Ebbe Koij en Lambert Ebbe Koij
-
ORA-184-3218A052; 19-09-1727: IJsak Willemsz Spilt weduwenaar van wijlen Aaltje Ebbe Koij ter eenre, ende ter andere sijde Willem Ebbe Koij en Lambert Ebbe Koij als voogden over de vijff (5) minderjarige nagelaten kinderen met naame Willem,
Lambert, Gerritje, Maria en Ebbe IJsaksz Spilt, zijn overeengekomen: f 3.000 en opvoeding
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 02-07-1728: ingekomen met attestatie: Hilletje Stenestrate huisvr. van Isaak Spilt (van Amsterdam)
-
ORA-184-3178; 17-07-1728: Tot voogden oever het minderjarige weeskind van wijlen Pieter Pietersz Luidjes? verwekt bij Pieterje Jans werden gestelt Ysack Willemsz Spilt en Pieter Boor
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3199A389; 10-11-1730: Pieter Melz Boor en Jan Vergoes aangesteld als curateurs van de insolventen en ge-abandonneerde boedel van wijlem Harmen Tijmensz en Jan Vergoes namens Willem Jansz Kuijper gehuwd met Geertje Tijmensz wonende te
Coogh hebben publiek verkocht en getransporteerd aan Ysak Willemsz Spilt een huijs. erve en Gruttereij voor f 2080
-
ONA-3731A082; 26-01-1731: IJsak Willemsz Spilt, Jan Pietersz Boor en Cornelis (Lambertsz) Prins alle eigenaars of huurders van de drie grutterijen binnen den dorpe Huijsen en aldaar woonagtig. Item Roel Pandelaar Grutter tot Laren. Bosje
Lambertsz laast weduwe van Steffen Elbertsz exerceerende de Grutterij tot Blaricum stellen gezamenlijk een contract over de aankoop en prijs van de boekweijt en meel
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude
-
ORA-184-3178; 22-05-1733: Willem Koij en Lambert Koij de Oude als voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aeltje Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Ysak Spilt, omme aan deselve Ysak Spilt tot beter onderhoud van sijn
voornoemde kinderen jaarlijks geduijrende hij gemelde sijne midnerjarige kinderen onder sijn alimentatie is hebbende uijt te keeren en te betalen de interesten en revenuen naar aftrek van alle Lasten, van alle sodanige effecten als gemelde
kinderen sijn opgekomen door het overlijden van Jannetje Claas in Leven weduwe van Ebbe Koij, Grootmoeder maternel van de gesegde minderjarige kinderen
ONA-3732A064; 12-06-1733: Huwelijkse voorwaarden tussen Pieter Claasz Goijer (brengt in f 200,-) weduwnaar van Annetje Hendriks Louwen bruijdegom geassisteert met sijn vader Claas Pietersz Goijers (geeft mede f 300,-) ter eenre, en Gerritje
Claas (brengt in f 50,-) jonge dochter bruijd geassisteert met Ysak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder hare voogden ter andere sijde, alle wonende binnen Huijsen
-
ORA-184-3179; 10-01-1744: IJsak Spilt en Willem Lambertsz Kaijer in qualt. als kerkmeesteren van de Gereformeerde kerk alhier tot Huijsen aan Scheepenen deses dorps voorgedragen dat sij genootsaakt zijn om door middelen van Justitie de
Eerwaarde Heer Johannes Resselaar Predikant alhier te Huijse te noodsake seecker turfhof daar deselve een Paardestal heeft gemaakt en bereijds daar in een paard heeft geplaatst, te stellen in vorige staat sodanig als het geweest is enz.
versoeckende ten dien eijnde het jus prodeo waar op schepenen na deliberatie het voorz versoek hebben geaccordeert en toegstaan
-
Naarden-OAH-001; Folio 261-262; 22-06-1749: competerende de begevinge van de veerschippers Plaatsen van desen dorpe Huijsen op amsterdam, hebben mitsdesen in de Plaats van Andries Gerrits, tot veerschipper in het voorz veer, waar mede Tijmen
Gijsbertsz ook door ons is begiftigt aangestelt de Personen van Ysak Spilt en Cornelis Killewig, mits dat deselve dit veer voor een persoon sullende bevaren of doen bevaeren, ons onder eede sullen hebben te belooven hen te reguleeren na de
ordonnantien en reglementen bereijds op het voorz veer bij ons gemaakt en nog te maken, en voorts henlieden daar inne Eerlijk en na behoren te sullen gedraegen enz.
-
Naarden-OAH-038-Tractementen; 04-09-1749:
-
ORA-184-3220; 12-02-1753: Ebbe (IJsaksz) Spilt woonagtig binnen dese dorpe is een soon en universele erfgenaam van IJsak (Willemsz) Spilt, in leven Impostmr. gewoond hebbende alhier; verder geen andere kinderen in leeven gevonden,
tr. (2)
met Hilletje Stenestrate Stenestrate,
tr. (1) op 27-04-1710 te Huijsen; Pro Deo.
- Moeder:
Aaltien Ebben Kooij, dr. van Ebbe Willemsz Kooij ( Coij) en Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen),
geb. op 25-02-1685 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 25-02-1685 te Huijsen,
ovl. op 01-09-1726 te Huijsen; DTB-20; in de kraam gestorven,
begr. op 01-09-1726 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ORA- 184-3218A052; 19-09-1727: 5 nagelaten kinderen
-
ONA-3731A69; 17-05-1730; regeling erfenis van moeder.
tr. op 15-03-1750 te Huijsen; Impost 21-01-1750 bruijdegom f 30,-; op
met
Geertruij Vliet van der,
geb. te Amsterdam,
ovl. op 10-06-1796 te Huizen,
begr. op 10-06-1796 te Huizen; Impost: f 30,-; Grafnr. 88,
, -
Huizen-DTB-8-Grafboek; 10-06-1796: Geertruij van der Vlied: f 30,-; Grafnr. 88
>